‘Ik gaf bevel mijn paard uit de stal te halen. De knecht begreep mij niet. Ik ging zelf naar de stal, zadelde mijn paard en besteeg het. In de verte hoorde ik een trompet, ik vroeg hem wat dat beduidde. Hij wist niets en had niets gehoord. Bij de poort hield hij mij aan en vroeg: ‘Waarheen rijdt u, heer?’ ‘Ik weet het niet,’ zei ik, ‘alleen hier vandaan, alleen hier vandaan. Voortdurend hier vandaan, alleen zo kan ik mijn doel bereiken.’ ‘U kent dus uw doel?’ vroeg hij. ‘Ja,’ antwoordde ik, ‘ik zei het toch, “hier-vandaan”, dat is mijn doel.’ ‘U hebt geen proviand bij u,’ zei hij. ‘Dat heb ik niet nodig,’ zei ik, ‘de reis is zo lang, dat ik moet verhongeren als ik onderweg niets krijg. Geen voorraad kan mij redden. Het is toch Goddank werkelijk een enorme reis.’ – Franz Kafka (1883-1924), Het Vertrek.
Prelude
‘Kunnen we een keer een data afspreken voor een nieuwe ontmoeting?’ ‘Helaas nee.’ Het korte antwoord was een van de laatste zinnetjes die wijlen Dirk van den Berg mij toevertrouwde. Dankzij hem, en vele anderen, heb ik de wereld van de damproblematiek betreden. ‘Diagram 1 lijkt mij in orde.’ Het was de laatste compositie van mijn hand die hij van welgemeend en nuttig commentaar voorzag. ‘Een problemist begint bij het einde en hij eindigt bij het begin.’ Zo opende een van de aan mij gestuurde brieven. Hij stuurde er veel –bekommerd om de toekomst van de damproblematiek. Nieuwe loten aan de stam dienden gekoesterd te worden. Dat was wel aan Dirk besteed. Hij dronk dertig jaar geleden, schreef hij in 2002, een kop koffie met mijn grootvader, Cornelis van de Kuilen. In zijn eerste brief toonde Dirk zijn eerste probleem uit 1957, hij was toen 15 jaar, zie diagram 2. Ik had net zelf diagram 3 gecomponeerd (eerder gepubliceerd in De Problemist, augustus 2002). Dirk begon spoedig te schrijven over minpunten, motieven, zetverwisseling en ‘oneconomie’. ‘Oneconomie’ verdiende volgens hem niet de voorkeur, toch was diagram 4 van Jan J. van Tol uit 1970 ‘heel mooi’. Het was mijn grootvader die overigens wel met economie en rendement uit de voeten kon: diagram 5.
Fuga
In het korte doch treffende verhaal van Frans Kafka, de ouverture van deze bijdrage, gaat de ik-persoon op reis. Bestemming onbekend, maar het vertrek staat vast. De bestemming is: hier-vandaan. Het zijn wonderlijke processen: soms is de afkeer zo groot dat de toevlucht tot een belabberde schuilplaats gerechtvaardigd lijkt. In het Arabisch heet dat: de vijand van mijn vijand is mijn vriend. Staat ‘geen proviand’ gelijk aan een figurant? Dirk schreef er uitgebreid over. ‘Een figurant heeft geen invloed op de ontwikkeling. Je zou de figurant kunnen wegnemen zonder dat iets aan de compositie verandert. Een figurant wordt vaak bijgeplaatst voor materiaalevenwicht.’ Een knecht zonder taak? Een reis zonder doel? Is het de schijf op 28 van diagram 6 die al bij de derde zet zijn bestemming bereikt? Het is een discutabele maar attractieve vondst van een mijn ooms, in dit geval Aalt van de Kuilen. Wat schreef Dirk van den Berg ook alweer over materiaalevenwicht? Waar zijn de witte Dames? Niet teveel vragen stellen, zou de Franse filosoof Blaise Pascal (1623-1662) ons voorhouden: “Nieuwsgierigheid is slechts ijdelheid. Meestal willen we alleen maar iets weten om er over te kunnen praten.”
Het ‘hier-vandaan’ is een thema dat veelvuldig in de brieven van Dirk aan de orde kwam. Vaak liet hij me stoeien met motieven of een slotidee (zie diagram 7). Begin with the end in mind, in Coveyaanse termen. Terugredeneren. Backspace om een flash forward te bereiken. Het is goed om terug te gaan naar het begin. Radicaal te zijn dus, het verwante latijnse woord radix betekent wortel. In sommige gevallen vraag je je dan wel af waar of wat het begin is – moet er een begin zijn? Moet de stand verklaarbaar zijn? Diagram 8 is dat beslist niet, terwijl diagram 9 een fragment uit een flankaanval lijkt te zijn. Boeiend en van ongekende schoonheid is de witte slag 9×20! Een gaaf slagmechanisme dat zich herhaalt: 35×44. Hier geldt: vooruit is niet altijd voorwaarts. Het gevaar van de snelle start: bij een marathon gaat het erom dat je deze uitloopt, niet dat je na de eerste kilometer met de snelste tijd op het bord staat. En: van geschilderd brood kan je niet eten (gedachte van Aurelius Augustinus, 354-430, in zijn magnum opus, De Stad van God).
Terug naar het begin, of een begin, betekent voor mij terug naar Bennekom. Cursisten van de Damschool Noord-West Veluwe werden op 26 januari 2001 aan een uiterst serieus examen onderworpen: wie slaagde kon pretenderen de materie der Sijbrands- of Roozenburgmap zich eigen gemaakt te hebben (het is in de damsport al niet anders als in andere sporten; helden worden vereerd door straten, velden, methoden of skills te vernoemen). Die avond kreeg ik Mir Minatur uit handen van Johan Krajenbrink, een dun boekje van Sergey Yushkevtich, Boris Shkitkin en Vladimir Matus, maar met 527 miniaturen – met elkaar om voorrang strijdend wat betreft schoonheid en finesse. Het geldt ook voor diagram 10, een van de vele Nederlandse minaturen in Mir Minatur, in dit geval van Dirk van den Berg. In diagram 11 toont de onvolprezen Yushkevitch zijn klasse, let vooral op de slag van de witte dam naar 34. Fraai aan dit miniatuur is dat er sprake is van tegenspel van de zwarte zijde. In veel gevallen is zwart lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp, met bijbehorende naamvallen, in dit geval is er sprake van counter vailing power – een term uit de bancaire sector waarmee geduid wordt op het organiseren van tegenkracht en –macht om despotisme te voorkomen. De eerder aangehaalde Pascal schreef het al: de massa loopt graag de meerderheid achterna, niet omdat deze gelijk heeft, maar omdat deze de macht heeft. Ik betwijfel overigens of Pascal de definitie van macht van filosofe Hannah Arendt (1906-1975) zou volgen. Volgens haar is macht de ‘verschijningsruimte’ tussen handelende en sprekende mensen. Macht, aldus deze moeilijk te doorgronden maar uiterst lezenswaardige filosofe, is de cohesie van deze ruimte. Macht heeft in zichzelf geen bestaansgrond, zij bestaat bij de gratie van relaties. Spreken over macht in termen van bezitten en beschikken is dus onjuist, aldus de Duitse filosofe die zich verdiept heeft in de banaliteit van het kwaad. In elk damprobleem is er sprake van macht, maar de verschijningsruimte is in veel gevallen niet gelijk – diagram 6 illustreert dat in voldoende mate.
Postlude
Een terugkeer naar het begin is geen simplificatie of manoeuvre om complexiteit en finesses uit de weg te gaan. Integendeel, ik denk dat juist in de eenvoud de complexiteit schuil gaat en dat juist het vele vertroebelend werkt. Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Vrij naar het citaat van Dirk van den Berg: het begin is het einde, het einde is het begin. In diagram 12 komen begin en einde dicht bij elkaar. Het was de onvolprezen Ton Sijbrands die ons, deelnemers aan het NK Schooldammen 2001 in Hoogblokland, wees op dit prachtige standje. Ik was zo onder de indruk van zijn demonstratie dat ik het standje aan hem toeschreef, later wees een trouwe lezer van het magazine van de Puttense DamClub mij erop dat de auteur naar de naam Féraud luisterde. Vrijheid, beweging, meerslag, finesse, oppositie, naturel, het komt allemaal voor in deze petit monde. Een witspeler bestaat bij de gratie van een zwartspeler, een problemist bij de gratie van een oplosser, een schrijver bij de gratie van zijn lezer. Het was mij een waar genoegen, ik dank u, het ga u goed. Diagram 13 is een lofzang op problemisten, oplossers, lezers en redacteuren. ‘Ik gaf bevel mijn paard uit de stal te halen.’
Gouda, najaar 2016
Oplossingen
- Diagram 1 (Hans Alderliesten): 7, 18, 28, 37, 41, 15, 21, 39, 9, 4 +
- Diagram 2 (Dirk van den Berg): 42, 35, 22, 17, 17
- Diagram 3 (Hans Alderliesten): 32, 34, 1 (49), 18
- Diagram 4 (Jan J. van Tol): 28! (a) (41) 38 (b) (48) 23 (c) (47) 38
- Diagram 5 (Cornelis van de Kuilen): 42, 372, 33, 43… (28), 40! (44) 39 (32) 28, 33
- Diagram 6 (Aalt van de Kuilen): 21, 27, 32, 23, 42… 2, 5
- Diagram 7 (slotidee): 33, 1 (23), 34
- Diagram 8 (Geert Jan van de Kuilen): 10, 20, 50, 6
- Diagram 9 (H.G. van den Berg): 11, 41, 372… 20!, 44, 40, 17
- Diagram 10 (Dirk van den Berg): 24, 37, 13, 6 (31), 4 (36), 31, 1 (32), 29 (37), 47
- Diagram 11 (Sergey Yushkevtich): 19, 12 (31, 30), 25 (20, 10, 36), 28, 34!, 44, 44
- Diagram 12 (G. Féraud): 382 (35), 33, 34
- Diagram 13 (Sergey Yushkevtich): 22 (18×36), 29, 494, 41, 24, 30!, 2, 5
Bronnen
- Augustinus, Aurelius. De Stad van God. Amsterdam: Ambo (1983)
- Boris Shkitkin (e.a.). Mir Miniatur. (1994)
- Correspondentie Dirk van den Berg – Hans Alderliesten (2002-2003)
- Kafka, Franz. Verzameld werk. Amsterdam: Querido (1989)
- Pascal, Blaise. Pensées. Amsterdam: Boom (2004)
- Sijbrands, Ton. Dammen (nummer 81, januari 1993)
- Turbo Dambase, website (geraadpleegd op 30.09.2016)