Laat er in 2020 ruimte voor ongelukkigheid zijn

2019 was een memorabel jaar. Het jaar waarin de Notre Dame in Parijs vlam vatte. Het werd op 25 juli 40,7 graden Celsius in Gilze-Rijen. En boze boeren trokken met tractors naar het Malieveld. Het was ook dit jaar dat in een Utrechtse tram onschuldige burgers door terreur het leven lieten. Waarin een advocaat werd geliquideerd – een vrouw en twee jonge kinderen achterlatend. 2019 was ook het jaar waarin ik mijn vrouw verloor.

In talkshows worden soms meeslepende gebeurtenissen besproken alsof ze over óns gaan, alsof we er in de eerste persoon bij betrokken waren. Het grote leed dat bij kleine mensen plaatsvindt, wordt in stilte gedragen en in anonimiteit meegetorst. En laat dat zo blijven. Pijn, verdriet, rouw gedijen in stilte. Er ontstaat gelukkig steeds meer aandacht en begrip voor het onvolmaakte, voor het verdrietige, voor het ‘onaffe’. Het leven hoeft niet fantastisch te zijn – want dat is het veelal niet. Het leven is ‘moeite en verdriet’, zo lezen orthodoxe protestanten op Oudejaarsavond in Psalm 90. Dat is wellicht wat pessimistisch, maar doet in elk geval recht aan de pijn die velen ervaren. Ongelukkig kunnen zijn is een kunst, vindt de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter.

Echt gelukkig, wanneer ben je dat? We verschillen van mening over wat geluk is en wat hen gelukkig maakt. Voor de een is het een gezond leven, voor de ander een hecht gezin, weer een ander gaat voor een carrière.  Filosofen zoeken hun geluk in wijsheid, voetballers in doelpunten en moeders in kinderen. Zoek je je geluk in materie, in status of aanzien? Van veel volgers of likes op Instagram kan je gelukkig worden – misschien. Er zijn ouders die hun kinderen een set volgers cadeau doen.  Alsof je een interessanter of beter mens wordt door meer volgers! Weer anderen geven zich over aan alcohol of drugs. Om ongeremd te genieten en zo te ontsnappen aan het weerbarstige bestaan. Maar de kater komt later. Geschilderd brood verzadigt niet.

Mijn vrouw werd 31 jaar. In de lente van het leven, tergend langzaam en wreed weggerukt. Een intense ziekteperiode ging eraan vooraf, waarin we ons konden voorbereiden op nu. We leerden leven met de dood – een heilzame ervaring. Managementauteur Steven Covey roept op om je eigen begrafenis te bezoeken. Alvast de speech te houden waarvan je zou willen dat die dan en daar gehouden wordt. Houd de dood voor ogen, vier het leven. Rouwen is leren leven met doden. Met de opgave om het leven te aanvaarden, te omarmen, je leven niet te reduceren tot dát ene life event. Een mens is meer dan zijn diagnose, delict, verleden. Ik ben meer dan een weduwnaar. Veel meer zelfs: vader, zoon, collega, schrijver, buurman, vriend.

Maar vooral mens. Op zoek naar geluk, worstelend met dagelijkse ongemakken, genietend van schoonheid in het kleine, verdrietig over dat wat er ooit was en nooit meer zal zijn. Verlies is een universele ervaring. Verlies van werk, partner, sociale contacten, gezondheid. Leven is leren leven met verlies. En ondertussen waarderen wat je ontvangt – we leven in een van de meest welvarende delen van de wereld! Dat besef is krachtig genoeg om ’s ochtends je bed uit te stappen, op de trein te wachten, naar de bingo-ochtend in het wijkcentrum te gaan, je aan te kleden, het leven aan te gaan. Ook al ben je verdrietig, eenzaam, bang, alleen. We zijn mens, in relatie tot anderen. In de ander jezelf zien, en in jezelf de ander. In de ander kom je tot je bestemming. Uit het contact gaan is nooit een oplossing. Het was kerkvader Augustinus die dit besef zo kernachtig uitdrukte: ‘Wij zijn, wij weten dat wij zijn en wij hebben dat zijn en dat weten lief.’

Doe aardig tegen ons, ga ons niet uit de weg, geef een schouderklopje. Laat het ‘zijn’ in plaats van er iets van te vinden. Geef geen antwoorden, maar stel vragen. Beter dan Femke van der Laan kan ik het niet uitdrukken (DWDD, 27 juni): ‘Je hoeft niets te zeggen [tegen mij]. Vraag om te vertellen en luister dan. En erken het verdriet. Dat is genoeg.’ Een gelukkig en ongelukkig 2020 toegewenst!