Waar wordt over het wel en wee van Gouda besloten? Is dat op de burelen van het Huis van de Stad, is dat bij de koffieautomaten van de uitvoerende diensten, in de creatieve scènes van de stad of zijn het toch de heren van de besloten Sociëteit De Reünie? Twee eeuwen geleden was de herensociëteit invloedrijk, zeer invloedrijk zelfs. Anno 2018 zijn ze bescheiden, maar de betrokkenheid op het stadbestuur is onverminderd.
Wie nietsvermoedend op deze donderdagavond over de Oosthaven wandelt, gaat er gemakkelijk aan voorbij: het statige pand met houten portiek in neoclassicistische stijl waar, naar verluid, Dirk Volkertszoon Coornhert heeft gewoond. Achter de hoge ramen vindt deze avond een verkiezingsdebat plaats met vertegenwoordigers van de Goudse politieke partijen. Het aanwezige gezelschap (met inmiddels ook dames) laat zich graag informeren over de aankomende raadsperiode. Woonstad, werkstad, leefstad; dat zijn onderwerpen die deze avond de revue passeren.
Van de 10 debaters is er een vrouw – en dat op #internationalevrouwendag2018. Wat opvalt is dat de kandidaat-raadsleden zich goed hebben geprepareerd op het debat. Moeiteloos worden ronkende teksten uit de verkiezingsprogramma’s geciteerd. De kledingkeuze is afgestemd op het gezelschap. Wie indruk wil maken, komt ‘jasje dasje’, of in een Spekmantrui – misschien indachtig de aforisme van de Franse filosoof Blaise Pascal: ‘Voor de navigatie van een schip kiest men van de passagiers niet degene die van de beste familie is.’ (Pensées, 30)
De leiding is deze avond in handen van eloquente en humoristische, uit het gezelschap afkomstige moderators. Het actieprogramma van het huidige college wordt getypeerd als een ‘freewheelprogramma’ en over de nieuwe coalitie wordt opgemerkt dat deze zo breed is dat de Kattensingel te smal is. Saillant is de constatering dat ‘over tientjes veel langer discussie gevoerd wordt dan over miljoenen’. Het mag de pret niet drukken, want het is aangenaam debat.
Aangenaam, maar vlak, als ik zo vrij mag zijn. Er is weinig vuurwerk en de debaters laten elkaar uitpraten en gunnen de ander het podium. Geapplaudisseerd wordt er nauwelijks, of anders door meegereisde partijgenoten, oneerbiedig stemvee geheten. Spannender wordt het als het over schoolzwemmen, bijstandsuitkeringen en uitgaansgelegenheden (op zondag) gaat. Vanuit de zaal klinkt kritiek, variërend van ‘wat kan de overheid?’ (lees: gaat er niet veel goed zónder de overheid?), ‘ik word gek van de bussen’ (gevolgd door een roep om een tram) tot ‘het is grote een schande dat we zoveel mensen in de bijstand hebben die we maar niet aan het werk krijgen’ (in weerwil van een de debaters die consequent spreekt over een stoffige kaartenbak mensen…)
Interessant is wat er tussen de regels door gezegd wordt én wat er niet gezegd wordt. Stiltes zeggen veel meer dan woorden. Zo blijkt de binnenstad de favoriete buurt te zijn van de debaters, terwijl ook de Reeuwijkse Plassen (recreatie) en het sportveld (sport verbindt en is goed voor de gezondheid) klinkt. Het wordt amper opgemerkt, want de binnenstad is een heerlijke bubbel. En heeft niet iedereen recht op zijn eigen bubbel?
Op een avond als deze is het onmogelijk om de mores van het gezelschap te doorgronden. Wat opvalt, is het ondernemerschap. Zo wordt voor de binnenstad Airbnb niet geschuwd (‘met de tijd meegaan’) en wordt meer waarde gehecht aan daden dan aan onderzoeken. Zo zou een oppervlakkige observator kunnen concluderen. Niet direct naar de overheid kijken als er iets geregeld moet worden en aan inwoners overlaten wat ze zelf kunnen en willen, dat klinkt als muziek in de oren. Ruimte voor Gouwenaars, zoeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden en samen bouwen aan een aantrekkelijk Gouda, om te wonen, werken en recreëren.
De avondvoorzitter sloot tegen half elf af, het was tijd voor een glas wijn en men keerde tevreden huiswaarts.