Ergens aan de overkant van het water

By Rob Dammers – Wikicommons

Moerdijk

Wie zich de moeite getroost over de Moerdijkbrug naar Hooge Zwaluwe af te reizen, ziet zijn uitzicht vertroebeld worden door zware industrie ter rechterzijde, en links door continentaal treinverkeer. Rechts de haven van Moerdijk, links de wagons van de hogesnelheidslijn Schiphol-Antwerpen. Een gebied in beweging, met veel historie. Prins Johan Willem Friso verdronk in 1711 in het Hollandsch Diep. De Duitsers vernielden eind 1944 opzettelijk de Moerdijkbrug om de geallieerden tegen te houden. En nog maar heel recent werd er een orkaanstoot van 126 kilometer per uur gemeten. Een gebied waar de elementen met elkaar spelen en waar de geciviliseerde mens tracht deze te bedwingen. Het imposante water van het Hollandsch Diep vraagt om een diepe buiging. ‘Er bestaat niets saaier dan voorspelbaarheid.’

Liefhebber

Ergens aan de overkant van het water, vanuit Holland gezien, buigt iemand zich over een dambord. De geschiedenis is zowel een verrijking als een belasting voor deze dammer. Altijd stoeiend met de vraag of het damspel aan het schaken vooraf ging. En welk der disciplines een groter beroep doet op ’s mensen geestesvermogen – schaken, of tóch dammen. Het is een beoefenaar, criticus, liefhebber die hier over een partijachtige stand gebogen zit. Hoor ik wat? Dat zou kunnen, want wat de Canadese filosoof Charles Taylor ‘radicale reflexiviteit’ noemt, brengt deze man dagelijks in de praktijk. Verzamelen, verrijken, verspreiden. Altijd op zoek naar de finesse. Op zoek naar dwangzetten – op het bord althans. In gesprek zijn is zijn tweede natuur, vermoed ik, met de vrouw des huizes, met collega-liefhebbers, met regenten en ambachtsheren. Soms in veelzeggende stiltes. In het nederige besef van nietigheid en inwisselbaar zijn: ‘Wij zien slechts een deel van de mogelijkheden, het meeste ontgaat ons.’

Pijn

Want dat is een hoofdstuk waar niet onder uit te komen is. Helaas. Het vele dat ons ontgaat. Het schier zinloze gesprek met regenten, die wel horen, maar niet luisteren. Alles van waarde is weerloos. Sed omnia praeclara tam difficilia quam rara sunt, besluit Spinoza zijn ‘Ethica’. Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam. Of, hierop preluderend, bederf van het beste is het slechtste.
Van de man op wie wij ons oog hebben laten rusten, verscheen in 2013 het boek Judith. ‘Geen groter pijn voor ouders dan machteloos te moeten toezien hoe hun dochter de greep op het leven verliest. Geen grotere frustratie dan weggehouden te worden van je kleinkinderen.’ De tekst op de achterflap confronteert. Doet pijn aan je ogen – en waar niet?
In 2009 beschuldigde een Amerikaanse vader de Nederlandse moeder van hun drie kinderen van stelselmatige mishandeling bij Jeugdbescherming West. Voordat de instantie in actie kon komen ontvoerde hij de kinderen naar de VS. Een dag nadien riep Jeugdbescherming de volkomen ontredderde moeder op. Om haar hulp aan te bieden? Nee, om haar onder druk te zetten: ‘Beken het maar.’ Enige uren later pleegde de vrouw suïcide. Het contact van de kinderen met het Nederlandse thuisfront ging verloren.

‘Er zijn heel wat dingen in het leven die ik niet begrijp, daar kom ik eerlijk voor uit.’ Hier lijkt Augustinus aan het woord, die analytisch sterk was, maar zodra hij ergens over ging nadenken, ook erin kon vastlopen.

Gastvrijheid

Hoe het contact tot stand kwam, weet ik niet meer. Als scribent van De Problemist wendde ik mij tot Arie van der Stoep, doctor nota bene. Van het een kwam het ander. Al snel raakte ik bevriend met Arie en Heleen, al is vriendschap een groot woord. Maar er is verbondenheid, misschien omdat wie een blik op de bodem van het bestaan heeft geworpen, een andere taal spreekt. Ik herinner mij een lange avond, met moeilijke onderwerpen en grote vragen. Emoties ook. Onderdrukt waarschijnlijk. Maar ook passie en strijdbaarheid. En vooral: gastvrijheid. Dat uit zich in thee, broodjes, dadels. Het weldadige zonlicht in de serreachtige zithoek lijkt dit te onderstrepen. Ongenood ben je er nooit. Op zoek naar nuance, maar ook naar scherpte.
In mailtjes en telefoongesprekken altijd recht door zee. ‘Je zult wel slecht slapen vanwege de geboorte van je dochter.’ Oei. ‘Er zit een slordigheid in je die bij haast latent wordt.’ Alweer waar! ‘Ik wens je maar geen sterkte want dat heb jij niet nodig.’ Waarschijnlijk is het waar.
Het heeft tot wederzijdse verbondenheid geleid. Ik was aanwezig bij een zitting van de Haagse bestuursrechter – in de hoop dat mijn aanwezigheid hun moreel zou opvijzelen. Omgekeerd bezochten Arie en Heleen de condoleanceavond voor mijn vrouw – waar jammer genoeg weinig tijd voor een goed gesprek was. Maar wat in het vat zit, verzuurt niet. Als de brug over dat machtige Hollandsch Diep maar blijft liggen…
Een goede groet aan Arie en Heleen, in verbonden gebrokenheid, met de belofte dat ik spoedig weer zal aanbellen.

Bronnen

● Alderliesten, J. Augustinus voor mensen van nu. Utrecht, 2019
● Alderliesten J. & Stoep, A. van der, Een weg tussen regelzucht en regelloosheid. In: Friesch Dagblad, 15 juni 2016
● Spinoza, Ethica. Amsterdam, 2012
● Stoep, A. van der, Dammen met een
knipoog. Hooge Zwaluwe, 2006
● Taylor, C., Bronnen van het zelf.
Rotterdam, 2009

Dit artikel is eerder verschenen in De Problemist, december 2019