Trouw, zaterdag 16 januari 2016
Het afschaffen van ‘bij de gratie Gods’ boven wetten maakt de overheid niet neutraler, betogen Bart Bouter en Hans Alderliesten.
Dat D66 wil afrekenen met ‘bij de gratie Gods’ boven wetten is niet verwonderlijk. Recent maakte deze partij zich sterk voor afschaffing van het verbod op smalende godslastering. Volgens Kamerlid Stientje van Veldhoven doet het ‘bij de gratie Gods’ afbreuk aan de democratische grondslag van onze samenleving en is het een inbreuk op het beginsel van scheiding van kerk en staat. Dat zijn sterke kwalificaties en dus verwachten we een ijzersterke motivering in de memorie van toelichting.
Van Veldhoven vindt het belangrijk dat aan iedere Nederlander uitgelegd moet kunnen worden dat onze rechtsstaat een democratische grondslag heeft en dat kerk en staat gescheiden zijn. Bij een seculiere tijd past een neutrale overheid, zo lijkt de redenatie. Het is de vraag hoe en of de formule ‘bij de gratie Gods’ daar afbreuk aan doet. Van Veldhoven lijkt in haar toelichting te stellen dat deze vier woorden uitdrukking geven aan een theocratie. Maar, zoals Van Veldhoven ongetwijfeld weet, staat in de begeleidende tekst van een wet expliciet dat de Koning slechts bekendmaakt dat er door Regering en Staten-Generaal gezamenlijk, op democratische wijze, een wet tot stand is gekomen.
Aangezien de meerderheid van de bevolking niets meer met het ‘bij de gratie Gods’ heeft, is het tijd om er mee af te rekenen, zo vindt D66. Het is de vraag of men ooit wel wat met ‘de gratie Gods’ heeft gehad. Het merendeel van Nederland weet waarschijnlijk niet eens dat dit boven wetten staat. Uit de toelichting bij het wetsvoorstel van Van Veldhoven blijkt ook niet dat er behoefte onder de bevolking is om het ‘bij de gratie Gods’ te schrappen. ‘Bij de gratie Gods’ wordt niet geschrapt bij de gratie van het volk.
Terecht kan de vraag worden gesteld of het ‘bij de gratie Gods’ nog past in een seculiere tijd. De voorspelbare reactie vanuit christelijke hoek is dat de doorgaande secularisatie ervoor zorgt dat afgerekend wordt met alles wat met God te maken heeft. Alleen is voor hen het lastige vraagstuk hoe om te gaan met het ‘bij de gratie Gods’ bij niet-christelijke wetgeving zoals abortus.
Symboolpolitiek
In de christelijke traditie wordt de overheid gezien als Gods dienares en dat is zij, ook als de overheid dat zelf niet ziet of erkent. God laat zich niet in wetten vangen, noch door voorstellen afschaffen.
Afschaffen is voor een belangrijk deel symboolpolitiek. Het verleden willen reconstrueren of willen vasthouden aan dergelijke bepalingen is dat ook. Maar symbolen zijn wel belangrijk, want ze verduidelijken en geven richting.
Achter het voorstel van D66 proeven wij dat religie voor hen irrationeel en onverlicht is en dat verwijzingen naar God zoveel mogelijk uit het publieke domein moeten worden verbannen. Als D66 het ‘bij de gratie Gods’ wil afschaffen, geeft zij ook blijk van een overtuiging, namelijk dat voor religie geen plaats is.
Is de neutrale overheid, waar Van Veldhoven over spreekt, er een die religie stimuleert of ontmoedigt? Een neutrale overheid bestaat niet – dat zou een gewetenloos, onpersoonlijk en technocratisch instituut zijn.
Ons land is groot geworden met tolerantie en pluriformiteit. De waardering hiervoor ontbreekt bij D66. Maar wie ‘bij de gratie Gods’ wil afschaffen omdat Nederland daardoor neutraler zou worden, is bezig groepen die een substantieel aandeel hebben in de samenleving van zich te vervreemden. En neutraler wordt het er niet van.
Auteurs: Bart Bouter (www.bouteradvocatuur.nl) en Hans Alderliesten